De vakgroep Agrarisch & Landelijk van de NVM publiceert vandaag haar rapport “Vastgoedmarkt in beeld Agrarisch en Landelijk, 2021 in feiten en cijfers”. Uit de rapportage blijkt een verdere afname van het aantal verkopen van agrarische bedrijven maar met stijgende verkoop- en grondprijzen en toenemende krapte op de markt voor landelijke woningen. Daarmee zet de trend van de afgelopen jaren zich voort. De NVM verwacht dat het stikstofdossier hier de komende jaren een stevig stempel op gaat drukken. Welke kant dat opgaat, is afhankelijk van de keuzes die worden gemaakt.
Jos Ebbers, vakgroepvoorzitter NVM Agrarisch & Landelijk: “In 2021 zetten vooral de gestegen energie- en voerprijzen flinke druk op de agrarische sector en dat zorgde voor veel beweging op agrarische vastgoedmarkten. Ook de stikstofdiscussie werd overal in de sector gevoeld.
De vorige week bekend gemaakte overheidsmaatregelen op stikstof wakkeren de onzekerheid aan. Agrarische bedrijven zijn gewend aan ondernemingsrisico’s maar zonder duidelijkheid over het lange termijn perspectief ontbreekt het fundament voor bedrijfsontwikkeling, innovatie en investeren. Wij willen Den Haag oproepen: betrek de agrarische ondernemers bij de oplossing in plaats van ze probleemeigenaar zonder perspectief te maken”.
Op slot
Daarbij speelt de vraag in hoeverre het stikstofbeleid zich baseert op deugdelijke wetenschappelijke gegevens. Indien dit niet het geval is, blijft de onzekerheid boven de markt hangen en de ontwikkeling daarvan stagneren. Een andere complicerende factor en zorgpunt van de NVM is of de overheid over voldoende gekwalificeerde professionals kan beschikken om het beleid effectief uit te voeren.
Het raakt daarbij niet alleen de landbouw maar ook andere sectoren zoals de vereiste nieuwbouw van woningen en de ontwikkeling van commercieel vastgoedprojecten. Het stikstofdossier dreigt daarmee gewenste veranderingen in de Nederlandse samenleving op slot te zetten met ingrijpende planologische en economische consequenties als gevolg.
Minder
In 2021 werden opnieuw minder veehouderijbedrijven verkocht dan in 2020. De agrarische NVM-makelaars verkochten slechts 12 varkens- en 5 pluimveebedrijven, tegen respectievelijk 21 en 9 in 2020. Melkveehouderijen zijn nog relatief in trek; 74 bedrijven wisselden in 2021 van eigenaar. Tegelijk daalde tegen het einde van het jaar het aantal te koop staande bedrijven tot onder de 100.
De daling wordt veroorzaakt doordat de overheid de sector verplicht de komende jaren flink in te krimpen. Zo is het aantal varkenshouderijbedrijven volgens het CBS tot 2021 al met bijna 25% gekrompen tot ruim 3.400. In 2021 meldden zich 300 varkenshouders aan bij de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen met de intentie om hun bedrijf te stoppen. Voor melkveehouders werd in 2022 ook een landelijke beëindigingsregeling geopend. De interesse daarvoor lijkt tot dusver wisselend per regio.
Meer
De verkochte bedrijven leverden wel steeds meer op. De melkveehouderijbedrijven werden verkocht voor een gemiddelde prijs van € 2,8 miljoen, de hoogste prijs sinds 2015. De verkochte veehouderijbedrijven zijn allemaal relatief groot. De gemiddelde verkoopprijs in 2021 was € 1,1 miljoen voor varkensbedrijven en € 1,55 miljoen voor pluimveebedrijven.
Grondprijs plust
De gemiddelde prijs voor agrarische grond steeg in 2021 naar ruim € 67.000 per hectare, een toename van 5,7% ten opzichte van 2020. Grond blijft dus aantrekkelijk, al stijgen de prijzen minder hard dan voorheen. De regionale verschillen zijn groot. In Westelijk Holland en de IJsselmeerpolders stegen de grondprijzen met respectievelijk 16% en 19%. In de rest van het land is de groei kleiner, in Bouwhoek en Hogeland daalde de grondprijs met 14%. Grasland blijft met een gemiddelde prijsstijging van 6,2% tot € 62.000 per hectare goedkoper dan bouwland. In Zuidwest-Brabant werd met € 82.000 per hectare gemiddeld de hoogste prijs betaald.
Plus voor meer hectares
Uit de NVM-cijfers blijkt dat de perceelgrootte bij akkerbouw de verkoopprijs beïnvloedt: hoe groter het perceel, hoe hoger de prijs per hectare. Grondtransacties van 5 hectare of meer leverden in 2021 gemiddeld € 77.500 per hectare op.
Per hectare is dat zo’n 9 procent meer dan kleinere stukken grond van minder dan 1 hectare. Deze trend was al zichtbaar in 2019 en 2020, maar heeft zich in 2021 sterker doorgezet.
Landelijk wonen: meer krapte
De populariteit van het platteland om te wonen zet onverminderd door. Door de ongekend krappe landelijke woningmarkt verruilen steeds meer kopers de Randstad voor een landelijk gelegen woonboerderij. In 2021 kreeg 20% van de verkochte landelijke woningen een nieuwe eigenaar afkomstig uit de Randstad. Dit is een stijging van 3 procentpunt ten opzichte van 2020. Tegelijk daalde het aantal verkochte landelijk gelegen woningen van 8381 naar 5700 stuks.
Prijs landelijk wonen plust 20%
De totale woningmarkt was ongekend krap in 2021. Dat werkt ook door in de prijs van landelijk wonen. De gemiddelde verkoopprijs van een landelijke woning steeg in 2021 naar € 738.000, een stijging van ruim 20% ten opzichte van 2020. In de afgelopen vijf jaar is het aanbod landelijke woningen met een factor 6 afgenomen en steeg de gemiddelde verkoopprijs met 80%.