Het doel van deze differentiatie is om starters een betere toegankelijkheid tot de woningmarkt te geven en het ontmoedigen van aankopen door particuliere beleggers. Al eerder heeft de NVM aangegeven dat we verwachten dat de effecten minimaal zullen zijn en op andere gebieden (bijvoorbeeld huurverhoging) voor andere woonconsumenten mogelijk contraproductief zullen werken.
“De onderliggende rapporten laten zien dat differentiatie in overdrachtsbelasting naar doelgroep niet een methode is om concurrentie op de woningmarkt te verminderen” aldus NVM-voorzitter Onno Hoes. “In het verlengde van eerdere constateringen dat de vermeende concurrentie tussen starters en beleggers geen landelijk probleem is moeten we daarnaast waken voor landelijke maatregelen die het doel voorbijschieten. Meer woningaanbod, in combinatie met beleid dat aandacht heeft voor de lokale verschillen zien wij als een betere oplossingsrichting. En daarnaast het afschaffen van de gehele overdrachtsbelasting, die door veel consumenten als een verhuisboete wordt ervaren.”
”We pleiten als NVM al langer voor een meer integrale herziening van het hele financiële en fiscale stelsel rond de vastgoedmarkt. Oftewel een totaalpakket aan maatregelen op basis van een integrale aanpak. Dit voorstel neigt daar niet naar.
De trend is nog steeds dat er in de hectiek van de dag nieuwe aanvullende regelingen en maatregelen worden genomen die uiteindelijk de markt als geheel niet ten goede komen.” aldus Onno Hoes. “Ik wil het Kabinet dan ook graag oproepen om met de maatschappelijke partners om tafel te gaan en gezamenlijk na te denken over een structurelere en toekomstbestendige inrichting van de woningmarkt.”
Verschillende tarieven maken de markt complex
Met de differentiatie en daarnaast de voorgenomen verhoging van overdrachtsbelasting voor commercieel vastgoed per begin 2021 wordt de overdrachtsbelasting een steeds complexer instrument. Per januari 2021 komen er als alle plannen doorgaan 5 verschillende belastingtarieven voor de overdrachtsbelasting: 0% voor starters (woningmarkt), 2% voor doorstromers (woningmarkt), 6% voor bouwgrond, 7% voor commercieel vastgoed en 8% voor beleggers (woningmarkt). Enerzijds een differentiatie naar type eigenaar en anderzijds een differentiatie naar type vastgoed.
Achtergronden en onderzoeken
Onderzoeksbureau Dialogic heeft in opdracht van het Kabinet recent onderzoek uitgevoerd naar differentiatie van de overdrachtsbelasting. Het onderzoeksbureau concludeerde onder meer dat differentiatie hogere maatschappelijke kosten met zich meebrengt en in de praktijk nauwelijks uitvoerbaar is. Het eindrapport voorziet daarnaast allerlei ongewenste negatieve neveneffecten, zoals bijvoorbeeld een mogelijke verrekening van hogere kosten in de huurprijzen.
Wellicht interessanter nog is een onderzoek dat eerder al door het Kadaster werd gedaan en ook in het rapport van Dialogic weer wordt aangehaald. Starters en beleggers vissen namelijk veelal niet in dezelfde woningvijver. Daar waar particuliere beleggers met name appartementen kopen, hebben starters een voorkeur voor tussenwoningen.
Het onderzoek sluit af met de aanbeveling om – mede kijkend naar de al eerder aangehaalde hogere kosten en lastige uitvoerbaarheid – vooral naar alternatieve beleidsopties te kijken om de beoogde doelen te bereiken.
Kijkend naar de nu uitgelekte plannen lijkt het Kabinet deze aanbeveling op dit moment naast zich neer te leggen.