Maar mensen die hun eerste huis kopen, vissen vaak achter het net omdat de woningen door speculanten worden opgekocht. Zelfs als ze een hypotheek kunnen krijgen is het bijna onmogelijk er tussen te komen. Ze zijn daardoor overgeleverd aan de vrije huurmarkt, waar de maandelijkse huur vaak veel hoger is dan ze aan hypotheeklasten kwijt zouden zijn.
Eén van de redenen is de lage rente. Geld lenen is bijna gratis en dat drijft de huizenprijzen op.
Maar ook het beleid van de afgelopen 10 jaar is debet aan de woningcrisis. Woningcorporaties die belasting (verhuurderheffing) moesten gaan betalen zodat ze minder konden gaan bouwen en huren in de vrije sector die ongemoeid konden oplopen, zorgden ervoor dat er steeds minder woningen beschikbaar kwamen voor woningzoekenden.
Ouders die 100.000 euro konden missen, konden dat belastingvrij aan hun kinderen schenken. Een sympathiek gebaar, maar alleen voor kinderen van rijke ouders en daarnaast de prijzen verder opdrijvend. Dit kan zo niet doorgaan. Je moet er niet aan denken wat er gebeurt als de prijzen instorten.
Daarom pleit GroenLinks voor een grondige herziening van de woningmarkt. Afschaffen van de verhuurderheffing zodat er meer betaalbare woningen kunnen worden gebouwd en meer werk gemaakt kan worden van verduurzaming, huren in de vrije sector reguleren door het puntenstelsel ook op deze huurwoningen van toepassing te laten verklaren, een zelfbewoningsplicht en geen belastingvrije schenkingen meer.
De woningmarkt – die nu een aanjager van een nieuwe tweedeling in de samenleving dreigt te worden – moet afkoelen zodat het verschil tussen de mensen die een huis hebben en degenen die er niet aan kunnen komen, kan verdwijnen.